##submission.downloads##
DOI:
https://doi.org/10.7480/overholland.2009.8.1632Samenvatting
In de afgelopen paar jaar verscheen van negen Nederlandse steden een zogenaamde Historische atlas bij Uitgeverij SUN, namelijk van Nijmegen (2003), Rotterdam (2004), Arnhem (2005), ’sHertogenbosch (2005), Maastricht (2005), Utrecht (2005), Den Haag (2006), Haarlem (2006) en Groningen (2009). De uitgever heeft aangekondigd dat er in ieder geval nog atlassen gaan verschijnen van Amsterdam, Leeuwarden, Walcheren (Middelburg en de andere steden op het eiland), Leiden, Zutphen en Venlo. Al eerder, tussen 1982 en 2003, werd van zeven Nederlandse steden een zogenaamde Historische stedenatlas gemaakt. Daarnaast zag in vooral de laatste tien jaar een aanzienlijk aantal stadsmonografieën het licht.
Het is de hoogste tijd om enige aandacht te besteden aan deze atlassen en monografieën. Dit wordt gedaan door de beide atlassenseries en de monografieën kort te typeren en te bekijken hoe de drie reeksen zich tot elkaar verhouden, met als doel de betekenis ervan voor het vergelijkend stadshistorisch onderzoek in hoofdlijnen te kunnen duiden. Dat vergelijkend onderzoek staat in Nederland nog in de kinderschoenen, zoals moge blijken uit de recentelijk verschenen Erfgoedbalans. Er is een schrijnend gebrek aan overzichtsstudies. In deze beschouwing staat de volgende vraag centraal: wat is de waarde van de stedenatlassen en de stadsmonografieën voor het onderzoek naar de ruimtelijke transformatie van de Nederlandse steden over de lange termijn (elfde – 21ste eeuw)?
Citeerhulp
Gepubliceerd
Nummer
Sectie
Licentie
Copyright (c) 2009 Reinout Rutte
Dit werk wordt verdeeld onder een Naamsvermelding 4.0 Internationaal licentie.