##submission.downloads##
DOI:
https://doi.org/10.7480/overholland.2019.20.4147Samenvatting
Jarenlang kwam het leeuwendeel van de woningproductie in Nederland tot stand via grootschalige gebiedsontwikkeling met PPS (Publiek-Private Samenwerking)-constructies tussen gemeente, woningcorporaties en grote marktpartijen. Deze manier van werken kwam na 2008 grotendeels tot stilstand. PPS-constructies werden ontmanteld, bouw- en ontwikkelbedrijven hebben hun bedrijfsmodellen ingrijpend moeten aanpassen en woningcorporaties zijn sterk aan banden gelegd.
In de luwte van de crisis ontstond langzamerhand een andere praktijk. Projecten werden kleiner om risico’s te beperken. De diversiteit aan initiatiefnemers nam toe. Naast grote marktpartijen wilden ook kleine beleggers, lokale bouwbedrijven en (groepen) particulieren investeren in de stad door de ontwikkeling en bouw van kleinschalige woonprojecten. Gemeentelijke diensten en stadsbesturen keken welwillend naar deze verbreding van initiatief, omdat daarmee toch nog enige productie viel te realiseren.
Nu de bouw- en vastgoedmarkt na de depressie in een manische periode is beland, lijkt de prille praktijk van diverse, kleinschalige projecten te worden gesmoord in de retoriek van grootschalige productie. Het devies is ‘terug naar normaal’. Toch zou de stad erbij gebaat zijn als ze naast grote projecten ook kleinschalige ontwikkeling blijft stimuleren.
Citeerhulp
Gepubliceerd
Nummer
Sectie
Licentie
Copyright (c) 2019 Endry van Velzen
Dit werk wordt verdeeld onder een Naamsvermelding 4.0 Internationaal licentie.