##submission.downloads##
DOI:
https://doi.org/10.7480/overholland.2011.10/11.1640Samenvatting
Deze uitgave van OverHolland is flink dik geworden. Dat mag ook wel voor een jubileumnummer. De redactie heeft besloten er een dubbelnummer van te maken en geeft daarmee ook te kennen dat de reeks OverHolland met nummer 10 niet stopt. Bij aanvang van de reeks, nu zeven jaar geleden, werd een contract afgesloten voor de uitgave van tien nummers. Dat doel is nu bereikt en dat moet gevierd worden, maar is geen reden om de reeks nu te beëindigen. Redactie en uitgeverij zullen er alles aan doen de reeks voort te zetten.
‘De uitgave van OverHolland is een gezamenlijk initiatief van de Afdeling Architectuur van de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft en Uitgeverij SUN. Het is de bedoeling van de redactie en de uitgeverij om per jaar twee cahiers te doen verschijnen. Het veld van architectonisch onderzoek dat in deze reeks aan de orde wordt gesteld, betreft zowel het typologisch en het morfologisch stadsonderzoek als het vraagstuk van architectonische interventies in de context van de Hollandse steden.’ Met deze belofte ging OverHolland van start. Het is niet gelukt trouw twee afleveringen per jaar te laten verschijnen. Dat was echter niet het gevolg van een gebrek aan elan. De beoogde kwaliteit vereiste vaak meer tijd in de voorbereiding en de laatste twee jaren ontstonden grotere problemen met de financiering. OverHolland kan zich echter verheugen in een grote belangstelling, met name ook uit de kring van stadshistorici en geografen. Daarmee is OverHolland een platform geworden voor de uitwisseling van onderzoek in verschillende vakgebieden.
Het programma van OverHolland is zeker nog niet uitgeput. Daarvan getuigt deze uitgave. Een groot deel van nummer 10/11 wordt ingenomen door een verkenning van de voornaamste veranderingen die zich tussen 800 en 2000 in het gebied van de huidige Randstad hebben voorgedaan. De veranderingen in het landschap, het bewoningspatroon en de infrastructuur zijn vastgelegd in zes kaarten, die de toestand weergeven in de jaren 800, 1200, 1500, 1700, 1900 en 2000. Deze momentopnamen maken het mogelijk om in hoofdlijnen de samenhang te schetsen tussen enerzijds de bewoningsgeschiedenis en het verstedelijkingsproces, en anderzijds de veranderingen in het landschap en de infrastructuur. De studie sluit aan bij eerdere publicaties van Henk Engel en Reinout Rutte in de nummers 2 en 3 van OverHolland.
‘Twaalf eeuwen ruimtelijke transformatie in het westen van Nederland’ is het resultaat van een gezamenlijk onderzoek dat tussen maart 2008 en februari 2011 werd verricht door de onderzoeksgroep Historische Geografie van de Universiteit van Amsterdam en de afdelingen Urban Architecture en Geschiedenis (IHAAU) van de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. De kaarten en teksten kwamen in nauwe samenwerking tot stand, waarbij de taken als volgt waren verdeeld: Guus Borger en Frits Horsten leverden een schat aan bronmateriaal voor de kaarten en schreven het grootste deel van de tekst; Otto Diesfeldt, Iskandar Pané en Arnoud de Waaijer tekenden de kaarten en schreven de technische toelichting daarbij; Henk Engel en Reinout Rutte initieerden en begeleidden het project, voerden de redactie, leverden tekstbijdragen over de steden en schreven de toelichting bij de peiljaren 1900 en 2000. De publicatie in deze aflevering van OverHolland is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van het Stimuleringsfonds voor de Architectuur. Daarvoor betuigen redactie en uitgeverij hun grote dank.
Aansluitend verschijnen in dit dubbelnummer bijdragen van drie promovendi. Nikki Brand en Kim Zweerink verdiepen zich verder in de periode 12001500; de eeuwen waarin het stedensysteem in het gebied van de huidige Randstad vaste vorm begon aan te nemen. In vervolg op haar bijdrage in OverHolland 9 brengt Nikki Brand het tot stand komen van het netwerk van waterwegen in kaart en onderzoekt ze de mogelijke invloed ervan op de ontwikkeling van de negen belangrijkste steden in dit gebied: Amsterdam, Haarlem, Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam, Dordrecht, Gouda, Utrecht. Kim Zweerink onderzoekt de ontwikkeling van de plattegrond van deze steden en toont aan de hand van de locatie van stedelijke instellingen de eerste ontwikkelingen in de centrumvorming.
Esther Gramsbergen onderzoekt het effect van de ontwikkeling van stedelijke instellingen op de vorming van de stadsplattegrond van een enkele stad: Amsterdam, dat vanaf de zestiende eeuw in het Hollandse stedensysteem de dominante positie inneemt en vanaf die tijd de meest gedifferentieerde ontwikkeling van stedelijke instellingen te zien geeft. Na eerdere studies van het gebied van de Dam, in OverHolland 3, en van het gebied van het Binnengasthuis, in OverHolland 6, brengt zij nu het gebied van de Plantage onder de aandacht. Nadat het stadsbestuur in 1662 onder druk van de turbulente groei van de bevolking de uitvoering van de Vierde Uitleg in gang had gezet, bleek al snel dat de ontwikkeling van Amsterdam begon te stagneren. Na het Rampjaar 1672 kwam die tijdelijk zelfs helemaal tot stilstand. Het gebied ten oosten van de Amstel bleef braak liggen. Het stadsbestuur besloot toen tot de aanleg van de Plantage en de vestiging van de Hortus Botanicus in dit gebied. Het bracht daarmee de eerste stedelijke groenvoorziening tot stand, die in de negentiende eeuw zou uitgroeien tot de proeftuin van culturele en educatieve instellingen.
Citeerhulp
Gepubliceerd
Nummer
Sectie
Licentie
Copyright (c) 2011 Henk Engel, Esther Gramsbergen, Henk Hoeks, Reinout Rutte
Dit werk wordt verdeeld onder een Naamsvermelding 4.0 Internationaal licentie.